RTV Rijnstreek

Mensen die meer dan vier kopjes koffie per dag dronken hadden 32 procent minder kans op terugkeer van darmkanker na behandeling dan deelnemers die minder dan twee kopjes per dag dronken. Daarnaast hadden ze minder kans op sterfte bij darmkanker.

Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research (WUR), mede mogelijk gemaakt door het Wereld Kanker Onderzoek Fonds.

"We denken in in ieder geval dat het niet door de cafeïne komt, want we zien het ook bij cafeïnevrije koffie", vertelt Ellen Kampman, hoogleraar Voeding en Ziekte bij de WUR. Zij geeft leiding aan het onderzoeksteam. "We gaan nu kijken wat het precies is wat die overleving gunstiger zou kunnen beïnvloeden. Daarnaast hebben we het vermoeden dat het te maken heeft met het vet om de lever en dat een van de stoffen in koffie het vet gunstig beïnvloedt."

Koffie werkt ook preventief tegen kanker

Koffie lijkt daarnaast ook een preventieve werking te hebben op enkele soorten kanker. "Dan gaat het om leverkanker, baarmoederhalskanker, maar ook darmkanker", aldus Kampman. "En darmkanker is een van de belangrijkste vormen van kanker in Nederland." Elk jaar wordt bij ongeveer 12.000 mensen in Nederland darmkanker vastgesteld.

De hoogleraar zet wel enkele kanttekeningen bij het drinken van koffie in de strijd tegen kanker: "Te veel is niet goed. Optimaal is drie tot vijf kopjes per dag, maar je moet niet over de vijf heengaan. En je moet er geen suiker of volvette melk aan toevoegen."

'Filterkoffie is het gezondst'

Bovendien blijkt filterkoffie het meest geschikt. "Dat is veruit de gezondste vorm van koffie. Dat komt omdat er geen vetstofjes inzitten, die worden eruit gefilterd. Die vetstofjes kunnen juist het risico op hart- en vaatziekten verhogen."

Het aantal mensen dat langer leeft na de diagnose darmkanker neemt toe. Bij ongeveer 20 tot 30 procent van deze mensen komt de ziekte terug. Het is daarom belangrijk om de kans op terugkeer van darmkanker te verkleinen. Al met al biedt het nieuwe onderzoek veel aanknopingspunten, vindt Kampman: "Dit maakt dat we er verder in gaan duiken."